Positieve Gezondheid en Buurtkracht

De gemeente Nieuwegein investeert sinds 2016 in de versterking van Positieve Gezondheid en Buurtkracht. De gemeente wil namelijk dat haar inwoners en buurten veerkrachtig zijn en maximaal tot bloei komen. Inwoners die gezond zijn en meedoen. En inwoners die zingeving ervaren en contacten hebben. Om dit te bereiken is de gemeente met verschillende projecten en initiatieven gestart. Maar hebben deze ook wat opgeleverd? Zijn inwoners en buurten hiermee geholpen en daardoor veerkrachtiger geworden? Is alle effort niet voor niets geweest? K2 is gevraagd dit te onderzoeken.

 

Aanpak

K2 heeft de ervaren en potentiële effecten van de inzet op Positieve Gezondheid en Buurtkracht onderzocht. We deden dit door de kwalitatieve methodiek Storytelling in te zetten en inzichten uit recente literatuur en praktijk op te halen. Verhalen zeggen namelijk meer dan cijfers alleen. Helemaal omdat het effect van de inzet op Positieve Gezondheid en Buurtkracht niet goed in cijfers uit te drukken is. Met verhalen kunnen we wél concreet maken wat hypothetisch lijkt of vaag is. Met overtuigende verhalen van inwoners, vrijwilligers en professionals die duidelijk maken of zij veerkrachtiger zijn geworden.

 

Resultaat

Inwoners zijn zonder uitzondering enthousiast en hebben tal van voorbeelden waaruit het positieve effect van de inzet op Positieve Gezondheid en Buurtkracht blijkt. Ook het merendeel van de professionals ziet mooie en tastbare resultaten bij inwoners en buurten. Inwoners ervaren meer zingeving, hebben een concreter doel voor ogen, worden uit hun isolement gehaald, ervaren meer sociale cohesie in de buurt, bouwen een netwerk op en zien verbeteringen in de openbare ruimte. Professionals hebben tal van voorbeelden die dit beeld ondersteunen. Of zoals deze inwoner vertelt:

 

Dit is veel concreter

Ik ben natuurlijk chronisch ziek, omdat ik een complexe PTSS heb, dus dat is een psychisch iets ook. En deze droom kunnen doen geeft mij dan toch een stuk zelfvertrouwen. Ik loop natuurlijk al heel lang in de psychiatrie. En ze zeiden iedere keer: ‘je doet een stapje vooruit, twee stappen terug en dan weer drie stappen vooruit, en dan weer een stap achteruit’. Maar deze droom is iets wat mij toekomstperspectief geeft. Hiermee kan ik in de toekomst kijken. En dat is toch, met al die behandelingen elke keer, weer afwachten. Dit is veel concreter dan al die behandelingen die ik heb. Want dan beloven ze me wel wat, maar je moet altijd maar weer afwachten of dat ook echt werkt. En dit is iets waar je echt concreet mee bezig bent, waarbij je iets doet wat je ook echt heel leuk vindt.

 

Daarnaast zien we dat de inzet op Positieve Gezondheid en Buurtkracht elkaar versterkt, omdat het gedachtengoed gelijk is. Wanneer door een andere benadering van een huisarts bijvoorbeeld een cliënt in contact komt met een buurtbewoner, waardoor deze cliënt minder eenzaam is, een hobby kan uitoefenen of werkt aan zijn conditie. Zodoende verminderen de gezondheidsklachten, maar daarnaast zijn er ook contacten in de buurt ontstaan. Win-win dus.

 

Uiteraard zien we ook verbeterpunten. Om op grotere schaal effect te bereiken kan het gedachtegoed Positieve gezondheid nog breder verspreid en omarmd worden. Zodat meer professionals de positieve benadering in de vingers krijgen en zodoende meer inwoners hiermee bereiken. Hetzelfde zien we bij de inzet op Buurtkracht; op grote schaal worden nog onvoldoende buurten versterkt. De potentiele doelgroep aan buurten en inwoners die nog onvoldoende actief of krachtig zijn is namelijk groot. Maar omdat een kleinschalige en aanpak op maat van Buurtkracht júist effectief is (aandachtige betrokkenheid is nodig om mensen en buurten te bereiken), is de investering ook relatief groot en vergt het uithoudingsvermogen.

 

Vervolg

De gemeente is blij met de opbrengst en adviezen. Zij wil nu onderzoeken hoe zij het gedachtegoed achter Positieve Gezondheid en Buurtkracht en de bijbehorende aanpak met mooi resultaat structureel kunnen borgen. Zodat het effect niet afhankelijk is van incidentele middelen en projectmatige inzet, maar juist wordt vergroot omdat meer organisaties, professionals, vrijwilligers en inwoners het gedachtegoed en de aanpak in praktijk brengen.